Wanddikte

In het kort

Wanddiktes hebben een enorme invloed op de kwaliteit van uw onderdelen. Variabele diktes kunnen kromtrekken veroorzaken en te dunne wanden kunnen gemakkelijk breken tijdens de nabewerking.

Klaar met je ontwerp? Zorg ervoor dat je het controleert:

• In het algemeen moet de wanddikte tussen 1 en 5 mm bedragen.
• Voeg vullingen toe aan pinnen om de sterkte te verbeteren.
• In het geval van lange, smalle pennen, kunt u overwegen een metalen inzetstuk te gebruiken.

Algemene wanddikte

U wilt dat uw onderdelen slank en dun zijn, maar ook robuust. Zorg ervoor dat de wanddikte ten minste 1 mm bedraagt voor kleine onderdelen en 2 mm voor grotere onderdelen. Hoe groter het onderdeel, hoe dikker de wand moet zijn om te zorgen dat het goed wordt ondersteund. Gewoonlijk is er weinig behoefte aan wanden dikker dan 5 mm.

Wanden die dunner zijn dan 1 mm hebben de neiging sterk af te wijken en te dik te worden doordat de laserhitte de smalle laag te veel versintert (de laser smelt te veel materiaal door opgesloten of stralingswarmte). Dikkere geometrieën en wanden met variabele dikte lopen het risico te vervormen ten gevolge van krimp en spanning. In het algemeen zijn dezelfde regels voor het ontwerpen van wanden bij spuitgieten van toepassing om een uniform en consistent onderdeel te verkrijgen.

Spelden

Aandacht bij het ontwerpen van pennen voor SLS is nodig voor de dunne pennen. Als de spelden te dun zijn, kunnen ze te broos zijn en breken tijdens de nabewerking. Hoe langer de pin, hoe groter het risico. Een grotere diameter geeft een lange pin meer kracht. Kortere pennen kunnen dus een kleinere diameter hebben.

Door de basis van de pen te omlijsten, kan de pen sterker worden. Indien mogelijk kan ook de verbinding worden verbeterd door de pen aan de basis breder te maken.

Als alternatief kan de prestatie van het onderdeel worden verbeterd door een gat te maken in plaats van een pen en een metalen pen in te brengen tijdens de nabewerking.