Slice Show: 3D-printen, hygiënisch ontwerp en de voedingsindustrie

In deze aflevering van de ‘Slice Show’ gaat Anne in gesprek met Hans van der Steen. Hans is business manager bij HDN: Hygienic Design Network. HDN helpt bedrijven wegwijs te worden in het labyrint van Europese normen en richtlijnen met betrekking tot ontwerp,  bouw en onderhoud van machines en procesinstallaties in de voedingsmiddelenindustrie.

Wil je naar aanleiding van deze Slice Show meer weten of een sample bestellen? Vul dan het formulier in – dan helpen we je verder!

"*" geeft vereiste velden aan

Max. bestandsgrootte: 5 MB.

Q: Welke normen en verordeningen zijn van toepassing op kunststoffen?

A: Verordeningen voor voedsel contactmaterialen: EC1935/2004, EU10/2011 en EC852/2004

Q: Waar ligt de verantwoordelijkheid?

A: De verantwoordelijkheid is altijd voor de gebruiker. Deze moet aangeven welke risico’s er zijn. Op basis van de risico’s moeten er gepaste maatregelen genomen worden. De gebruiker moet deze maatregelen communiceren naar de machinebouwer en andere toeleveranciers. Deze partijen hebben dan de verantwoordelijkheid om daar aantoonbaar aan te voldoen.

Q: Wat houd hygiënisch ontwerpen in?

A: Hygiënisch ontwerp betekent verschillende dingen. Bijvoorbeeld dat er niets in het product terecht mag komen. Dus het kunststof mag niet migreren en mag de organoleptische eigenschappen van het product niet beïnvloeden. Het kunststof mag dus geen kleur, geur of smaak afgeven. Het gaat ook om het goed reinigbaar maken, traceerbaarheid en het beheersen van de omgeving. Een voorbeeld daarvan is het aanbrengen van koeling bij een vers product.

Q: Hoe zorg je dat onderdelen goed reinigbaar zijn?

A: Reinigen is erg belangrijk om te zorgen dat onderdelen steeds opnieuw kunnen worden gebruikt. Daarin ben je als toeleverancier weer afhankelijk van de gebruiker, want die moet doorgeven hoe die het product gaat reinigen. De gebruiker geeft aan hoelang, met welke temperatuur en met welke middelen er schoongemaakt wordt.

Vergelijk het bijvoorbeeld met als je voor thuis in de keuken een bakje gaat kopen, dan houd je er rekening mee of het vaatwasser geschikt is. Als het niet geschikt is, dan was je het met de hand af en dan mag dat bakje bijvoorbeeld capillaire ruimtes hebben. Dan schroef je alles los en maak je het met de hand schoon. Als het in de vaatwasser gaat, mag het geen dode ruimtes hebben waar vocht in kan blijven staan, het moet geschikt zijn voor de hoge temperatuur en het moet bestand zijn tegen de schoonmaakmiddelen die daarin zitten.

Datzelfde geldt voor het reinigen van machine onderdelen. Als je weet hoe er gereinigd gaat worden, kun je daar gepaste maatregelen voor nemen. Als toeleverancier moet je dan weer aantoonbaar maken dat je deze maatregelen hebt genomen.

Op het gebied van ontwerpen moet je rekening houden met dode ruimtes en capillaire ruimtes. Dat zijn bijvoorbeeld kleine kieren waar vuil in kan gaat zitten en waar bacteriën kunnen gaan groeien. Die ruimten zijn te klein om schoon te spoelen.

Q: Capillaire ruimtes zie je vaak bij samengestelde onderdelen of bij de bevestiging van onderdelen in een machine. Hoe ga je daar goed mee om?

A: In de overgang tussen onderdelen kan inderdaad een capillaire ruimte ontstaan. Met 3D-printen kun je al een groot deel van deze problemen oplossen, maar je ontkomt er niet aan dat een onderdeel bevestigd moet worden. De capillaire ruimtes die daar ontstaan kun je opvangen door bijvoorbeeld een sluitrubber te gebruiken.

Q: We zien in de voedingsmiddelen industrie veel blauwe onderdelen, is dat verplicht of alleen gebruikelijk?

A: Verplicht is een groot woord, met wel heel gebruikelijk inderdaad. Blauw is een kleur die in verband wordt gebracht met hygiënisch. Zwarte onderdelen in een voedingsmiddelen context worden geassocieerd met vuil, schimmelachtig. Zwarte onderdelen zijn in wezen niet anders dan blauw, maar blauw is wel makkelijk traceerbaar. Het is een kleur die in voedingsmiddelen niet veel voorkomt, waardoor het opvalt.

Er zijn wel een paar normen die kleuren verbinden aan materialen, vooral elastomeren. Daarin is blauw ook een factor.

Q: Aan sommige kunststoffen voor de voedingsmiddelen industrie wordt ook metaal toegevoegd om ze detecteerbaar te maken. Is dat iets dat je vaak tegenkomt?

A: Ja, een goed voorbeeld daarvan zijn tie-wrap. Die worden vaak gebruikt om kabels of slangen vast te maken. Voor de voedingsmiddelen industrie worden dan blauwe, metaal detecteerbare tie-wraps gebruikt. Kunststof kan uitdrogen, bijvoorbeeld doordat er met chemicaliën wordt schoongemaakt. Als zo’n tie-wrap dan los komt, is het goed dat deze gedetecteerd kan worden met een metaal detector, of door de blauwe kleur.

Q: Waar moet je op letten bij het selecteren van een leverancier van kunststof onderdelen voor de voedingsmiddelen industrie?

A: EC2023 vereist een kwaliteitsborgingsysteem voor toeleveranciers. Deze is gekoppeld aan de EC1935, dus je moet goedgekeurde materialen leveren en je moet dat op een manier doen, dat de kwaliteit gewaarborgd is. Dat kan bijvoorbeeld met een ISO 9001 certificaat, daarmee toon je aan dat je gecontroleerd wordt door een onafhankelijke partij. Daarnaast zijn EC1935 en EC10 verklaringen ook wel een vereiste. EC10 vereist migratie rapporten, waarmee je aantoont dat het materiaal geen invloed heeft op voedingsmiddelen en dat het ook geschikt is voor de temperatuur, de duur en het proces. Er wordt getest met een stuk of zeven simulanten, die horen bij een bepaalde voedingsmiddelengroep. Denk bijvoorbeeld aan alcoholische dranken, daar hoort een bepaald simulant bij waarmee migratie getest wordt, bijvoorbeeld voor 24 uur bij 40 graden. Die duur en temperatuur moeten dan wel overeenkomen met het proces, anders houd je een rest risico. Hierbij is het dus weer belangrijk dat de gebruiker goed in kaart brengt wat het proces is, zodat de leverancier aantoonbaar kan maken dat er geen rest risico is.

Q: Heb je voorbeelden uit de praktijk van hoe iets goed is ontworpen of juist een voorbeeld van hoe iets fout kan gaan? 

A: Slechte voorbeelden die zijn er genoeg, dat kun je beter navragen bij de NVWA. Dat gaat bijvoorbeeld om verkeerd geëtiketteerde producten of verkeerd toegepaste materialen. De materialen die je kiest moeten niet poreus zijn, want daar trekt vuil in. Daar ontstaat dan bacteriegroei, kruisbesmetting, etc.

Wanneer het goed gaat, is er een RIE (risico inventarisatie en evaluatie) toegepast. Daar is de markt al aardig bekend mee. Er wordt dan een uitgebreide studie gedaan op het gebied van veiligheid. Er bestaat ook een HRA (hygiëne risico analyse), dat is een variant van de RIE op het gebied van voedselveiligheid. De HRA wordt ook steeds vaker toegepast en afgestemd met leveranciers. Daarin kun je dan de maatregelen beschrijven die nodig zijn.

Er is ook een HACCP keurmerk, wat wordt gecontroleerd door een certificerende instantie. Het NVWA controleert ook op de HACCP plannen die een bedrijf doorvoert.

Q: Wordt dit op Europees niveau afgestemd?

A: Ja, de regelgeving is op Europees niveau geregeld, EC staat voor Europese commissie. De meeste verordeningen zijn geharmoniseerd, wat betekend dat dit voor alle lidstaten hetzelfde is. Dat gebeurt steeds meer. Richtlijnen moeten door elke lidstaat opgenomen worden in de regelgeving, maar mogen op een eigen manier ingevuld worden. We zien dat steeds meer richtlijnen, zoals ook de machine richtlijn, nu worden omgezet naar geharmoniseerde verordeningen. Dat is een goede ontwikkeling, daarmee kun je goed afstemmen op elkaar. De verordeningen verwijzen weer naar Europese normen, die worden opgesteld door experts, bijvoorbeeld de toeleveranciers. Zo stemmen we de regelgeving aan op de laatste stand der techniek, zoals het 3D-printen. Dat wordt nog niet specifiek benoemd, maar daar zijn we wel mee bezig.

Q: Waar kunnen we meer vinden over het werk van HDN?

A: HDN is een stichting van de metaal unie. We zitten in Nieuwegein en zijn te vinden onder hdn4food.com. HDN is een stichting die zich inzet voor de herkenning van technisch hygiënische maatregelen en voor de erkenning voor het vakmanschap dat daarvoor nodig is. Dat doen we doormiddel van werkgroepen, die ieder voor hun vakgebied of expertise een best practice organiseren om aan de wetgeving te voldoen. De wetgeving is heel dwingen, maar zegt niet veel over hoe het moet gebeuren. Dat hoe, dat wordt vooral vanuit de markt opgezet. Zo maken we het haalbaar, controleerbaar en maakbaar. Dat is waar HDN zich voor inzet en dat doen we doormiddel van lidmaatschappen. Het is een mooi netwerk, alle disciplines zijn er in vertegenwoordigd, van een groot zuivel bedrijf tot een ZZPer die laswerkzaamheden uitvoert en alles daartussen in.

Meer lezen over onze Guidelines? Meld je aan en krijg toegang tot alle hoofdstukken